Heeft u een kapitaalverzekering eigen woning (KEW) of een spaarrekening eigen woning (SEW) of een beleggingsrecht eigen woning (BEW) of een box-3-kapitaalverzekering van vóór 1 januari 2001? U kunt dan bij uitkering gebruikmaken van een vrijstelling in box 1 als u ten minste 15 of 20 jaar premie of inleg heeft betaald.
Deze minimumlooptijden gaan helemaal vervallen, maar het is nog niet precies duidelijk per wanneer. Eerst worden de gevolgen ervan onderzocht. De resultaten daarvan worden in de loop van het jaar verwacht. Ook vindt momenteel overleg plaats met banken en verzekeraars. Die moeten immers willen meewerken aan het vervroegd aflossen. Als het geheel vervallen van de minimumlooptijden in werking treedt, kunt u de vrijstelling in box 1 ook benutten als u met het gespaarde of belegde vermogen in de spaar- of beleggingshypotheek tussentijds (een deel van) uw eigenwoningschuld wilt aflossen. Zo kunt u dan jaarlijks boetevrij 10% (soms 20%) aflossen en de restantschuld in één keer belastingvrij aflossen zodra het belegde of gespaarde vermogen gelijk is aan de resterende eigenwoningschuld. Ook wordt het dan mogelijk om bij het einde van de rentevaste periode de eigenwoningschuld belastingvrij af te lossen. Bovendien kan ook belastingvrij worden afgelost met het gespaarde of belegde vermogen uit een KEW, BEW, SEW of een andere spaar- of beleggingshypotheek in combinatie met gespaard privévermogen.
Bandbreedte-eis
Een belangrijke voorwaarde is steeds dat u vanaf het begin jaarlijks premie of inleg heeft betaald binnen de geldende bandbreedte. Dit wil zeggen dat de hoogste premie of inleg maximaal een 10-voud is van de laagste premie of inleg.
Geen fiscale straf meer bij vervroegde aflossing
Heeft u een spaar- of beleggingshypotheek of een bankspaarhypotheek, dan heeft u een hypotheek met daaraan gekoppeld een spaar- of beleggingstegoed. U spaart belastingvrij voor de aflossing van uw eigenwoningschuld. Onder voorwaarden is ook de uitkering belastingvrij. Een van die voorwaarden is dat u het spaar- of beleggingstegoed daadwerkelijk gebruikt voor de aflossing van uw eigenwoningschuld. Heeft u de schuld echter (deels) afgelost, dan zal de vrijkomende uitkering (na 15 of 20 jaar premiebetaling) mogelijk de resterende eigenwoningschuld overtreffen. Onder de huidige regelgeving is de vrijkomende uitkering in zoverre niet vrijgesteld, maar progressief belast in box 1. Aflossen wordt onder de huidige regelgeving dus eigenlijk fiscaal bestraft en is daardoor niet aantrekkelijk. Met het vervallen van de minimumlooptijden wordt het aflossen in de genoemde situaties niet meer bestraft maar juist gestimuleerd.
Let op beperking renteaftrek bij latere verhuizing
Heeft u nog verhuisplannen? Een aflossing op uw hypotheek betekent dat uw renteaftrek voor een nieuwe hypotheek bij een latere verhuizing mogelijk wordt beperkt door de werking van de bijleenregeling. Door de aflossing op uw eigenwoningschuld is uw eigenwoningreserve (het verschil tussen de netto verkoopprijs van uw verkochte woning en uw hypotheek) groter. U wordt geacht deze reserve te herinvesteren in uw nieuwe woning. In zoverre heeft u geen renteaftrek voor de nieuwe eigenwoningschuld.