Onlangs is de tweede fase van de Wet werk en zekerheid in werking getreden.
Hierna volgen de meest in het oog springende wijzigingen:
- verkorting van de maximumperiode waarin u een werknemer een tijdelijk contract mag aanbieden van 3 naar 2 jaar (de ketenregeling). Dit betekent dat u gedurende twee jaar maximaal 3 contracten kunt aanbieden aan een werknemer. Het ‘nieuwe jaarcontract’ wordt daarom ook wel aangeduid als het ‘8-maandencontract’;
- de ontslagvergoeding is een transitievergoeding geworden die u bij ontslag verschuldigd bent aan werknemers met een vast dienstverband, maar ook aan werknemers met een tijdelijk dienstverband van ten minste 24 maanden;
- de transitievergoeding bedraagt over de eerste 10 jaar 1/3 bruto maandsalaris per dienstjaar en over de volgende 10 jaar 1/2 bruto maandsalaris per dienstjaar. Er geldt een maximum van € 75.000,- of (indien het jaarsalaris hoger is) een jaarsalaris. Hierop past u de groene tabel toe voor bijzondere beloningen;
- invoering nieuw ontslagverbod voor werknemers die u inschakelt bij het opstellen en uitvoeren van de risico-inventarisatie en evaluatie of bij uw verzuimbeleid;
- ontslag om bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid vraagt u aan bij het UWV, om andere redenen bij de kantonrechter;
- na zes maanden werkloosheid is elke baan passend werk, ongeacht niveau of salaris;
- een werkloze die vanuit de WW gaat werken voor een lager loon dan vóór zijn/haar werkloosheid, mag 30 cent van elke verdiende euro houden. Niet de gewerkte uren maar de inkomsten worden verrekend met de WW. Deze regeling geldt niet als er al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering bestond.